Swissman 2024

30 juni 2024 | Martin

Ik schrik van de onverwacht luidde koeienbel. Een gejuich volgt. Ik druk op de startknop op mijn horloge en trek mezelf in gang met een paar ferme slagen. Het is nog relatief donker als de Swissman om 05.00 ’s ochtends begint…

Ik merk dat ik in mijn enthousiasme wat te hard van start ga en probeer mezelf wat te kalmeren. Met elke keer dat ik op kijk zie ik tussen de maaiende armen en spetters door een 100-tal oranje zwemboeien voor me uit dobberen. Waar is dat licht waar we op af moeten zwemmen? Ik besluit maar gewoon de rest van de zwemmers te volgen. Ik ben al wat meer in mijn slag gekomen als ik mijn horloge voel trillen, de eerste 500 meter zitten er op.

Al zwemmend dwalen mijn gedachten af: Wat doe ik hier eigenlijk, hoe ben ik hier beland? Ik denk terug aan Ironman Maastricht in 2022, wat de kers op de taart was geweest van mijn start in de triathlonsport. Ik had een aantal jaar daarvoor gezien hoe, op het oog normale mensen, de, op dat moment voor mij, ongrijpbare afstand van de hele triathlon hadden weten te voltooien, en vond voor mezelf de uitdaging om dat ook de bereiken. Na wat training en voorbereiding had ik dat ook weten te realiseren in Ironman Maastricht. Echter had ik nog genoeg energie over gehad om na de finish nog wat door Maastricht te lopen en de rest van de avond bij de finishlijn te staan om de laatste atleten binnen te halen. Het moet dus zwaarder zijn wilde ik mezelf echt kunnen uitdagen was mijn conclusie geweest. Niet lang daarna was het idee van een extreme triathlon begonnen met broeien. In 2023 begon het weer te kriebelen en was ik aan het kijken naar de Xtri in Oostenrijk, totdat een zekere Marcel B. mij de Swissman had aangeraden. Het had er prachtig uit gezien op de website, totdat ik las dat je ingeloot moest worden. 250 startplekken waarvan slechts 125 voor internationale atleten. Dat gaat natuurlijk nooit lukken had ik gedacht. Maar in de gedachte van niet geschoten is altijd mis had ik me toch maar ingeschreven. Ik was dan ook zeer verbaasd dat enige tijd later ik de bevestiging kreeg dat ik was ingeloot. Twee minuten later was mijn ticket betaald en mijn deelname aan de Swissman bevestigd. Zo was het dan ook gekomen dat ik deze ochtend om 2 uur was opgestaan. Ik wat Italiaans brood met jam had weggewerkt. Samen met mijn support team(vriendin Suzan, André, Lisyanne en broertje Rik) in de auto was gestapt om van de camping in Cannobio naar de start in Ascona te rijden om vervolgens, met mijn wetsuit al aan, samen met 236 andere atleten, aan boord te gaan van de boot die ons naar Isole di Brissago, het eiland waar gestart zou worden, zou brengen.

Ik moet niet vergeten te genieten, denk ik. Elke keer dat ik adem haal zie ik de ruige bergen die Lago Maggiore omringen langzaam aan me voorbij glijden. Verlichte huizen liggen als speldenknoppen tegen de bergen geprikt. Als ik voor me kijk zie in de verte de bomen van Ascona, waar we het water uit moeten. Ze lijken nog niks groter te zijn geworden. Bij de start was het redelijk windstil geweest, maar hier op het meer lijken de golven toe te zijn genomen. Het licht waar we op af moeten zwemmen is inmiddels goed zichtbaar en ik probeer hier recht op af te koersen. Regelmatig lijkt de watertemperatuur te veranderen, waarbij er wel een verschil van 10 graden lijkt te zitten tussen de ene en andere plek. Even later kruipt de zon over de bomen, precies boven het punt waar wij het water uit moeten. Het gevolg is dat ik niet meer kan zien waar ik heen moet. Had ik nu toch die bril met getinte glazen maar op gedaan. Ik besluit maar gewoon vooruit te zwemmen en wel te zien waar ik uit kom. Opeens verdwijnt de zon achter een voor anker liggende zeilboot waar ik nu enkele meters vanaf ben. Ik zie de finish van het zwemmen een 30 meter schuin naar rechts voor me. Ik heb soepel gezwommen denk ik en verwacht een tijd van rond de 1u10. Als het water uit strompel kijk ik op mijn horloge. 1u30, oei..

Na een stuk snellere wissel dan de gemiddelde Swissman deelnemer zit ik op de fiets. Hier voel ik me meer thuis. Ik moet me hier ook inhouden om niet te hard te starten. Ik blijf in de buurt van een atleet fietsen met een schappelijk tempo zodat ik niet te hard van stapel loop. Na het wat bochtige vertrek uit de stad is het veelal rechtdoor en trapt het lekker weg. Het echte klimwerk zou op zo’n 70km moeten gaan beginnen, met als eerste uitdaging de Gotthard Pass. Onderweg staat mijn support team op verschillende locaties klaar om mij te voorzien van de vooraf ingeplande voeding en drinken. Rond de 60km voel ik de benen al wat zwaarder worden. Oei, dat is wel erg vroeg, denk ik. Heb ik wel genoeg getraind? Ik had deze keer niet samen gewerkt met een coach en had besloten het zelf te proberen. De trainingen waren af en toe iets enthousiaster ingepland dan uitgevoerd. Ook het Nederlandse weer had niet erg meegeholpen. Die gekneusde rib waardoor ik 3 weken niet had kunnen lopen en zwemmen tijdens het laatste trainingsblok was ook niet ideaal geweest. Maar toch had ik wel wat uren gemaakt en was ik na de laatste langere trainingen nog redelijk fit geweest. De voorbereiding was dus redelijk verlopen. Ik moet het er maar mee doen concludeer ik.

Niet veel later draai ik de bijna 200 jaar oude Tremola weg van de Gotthard Pass op. Over de kinderkopjes en door de haarspeldbochten hobbel ik naar boven. Ik zit al snel op het lichtste verzet. Gelukkig had ik twee weken ervoor nog een andere cassette op mijn fiets gemonteerd, waardoor ik nu een lichter verzet op mijn fiets heb, ook al zou dit volgens de fietsenmaker officieel niet passen. Ik probeer mezelf eraan te herinneren dat ik af en toe naar de omgeving moet kijken in plaats van naar de hobbelige weg voor me. Elke keer dat ik op kijk ontvouwt zich een prachtig uitzicht met altijd wel ergens een waterval in de buurt. De sneeuw aan de zijkant van de weg verraad dat de top nadert. Bovenop gekomen is het snel een jasje aan om over de brede wegen aan de andere kant naar beneden te zeilen. De Furkapass is de volgende pukkel waar we overheen moeten. Met 2460 meter ook gelijk het hoogste punt voor vandaag. Officieel is de pass pas open sinds de vorige dag. De brede weg rolt een stuk soepeler dan de Gotthard Pass, maar de hoogte gaat me ook niet in de koude kleren zitten. Hoe dikker de laag sneeuw wordt aan de zijkant van de weg, hoe lager het wattage dat mijn fietscomputer aangeeft. Al harkend kom ik ook boven op de Furkapass. Weer het jasje aan en naar beneden. In de afdaling rij ik achterop een file van auto’s. Een stuk sneeuw is naar beneden geschoven en heeft de weg geblokkeerd. Gelukkig kan ik langs de auto’s zoeven en tussen de brokken sneeuw door die nog op de weg liggen. Nu volgt enkel nog de Grimsel Pass. Met zo’n 500 hoogtemeters een lachertje vergeleken met de eerdere 2 klimmen. Mijn support team staat nog in de file achter de lawine, dus ik hou voor deze klim mijn jasje maar aan. Niet ver onder de top zie ik al grijze wolken samentrekken. Vanaf de top van Grimsel Pass is het nog zo’n 44km tot ik mag gaan lopen. In de afdaling spat smeltwater dat over de weg loopt tegen mijn benen, mijn schoenen zijn doorweekt met ijswater. Niet veel later barst ook de regen hevig los. Ik kijk iets vaker dan slim is hoever het nog is tot de tweede wissel. Inmiddels redelijk doorweekt ben ik blij als ik de wisselzone eindelijk zie opdoemen. Ofja wisselzone, een parkeerterrein met een Swissman vlag.

Onder een dak van een houten hutje kleed ik me een beetje om. Voor de vorm doe ik nog droge sokken aan, 20 meter verder zijn deze weer doorweekt. Ik ben blij dat vriend en officiële supporter André de hele marathon met mij meeloopt. We gaan al snel een steile klim omhoog. De benen branden maar hierdoor ben ik wel gelijk weer warm. We lopen via een pad onder een waterval door, waar het water met oorverdovend lawaai naar beneden buldert en wegstroomt, nog versterkt door regenval van de voorgaande dagen. Dan dalen we weer af en lopen we langs de felblauwe Brienzersee. De regen is inmiddels gestopt en het jasje kan weer uit. De route slingert over voornamelijk gravel paden langs riviertjes en watervallen tot we na 34km aan de voet van de kleine Scheidegg komen. Vanaf hier is het nog 8km lopen en 1000 meter stijgen. Hier wordt ook gecontroleerd op verplichte warme kleding. We zien vanaf hier het pad direct steil omhoog lopen. Aan het begin staat er nog een stukje reling, waarmee ik mezelf omhoog hijs. Al snel gaat het pad van asfalt over in gravel en gras en is naar boven hiken het enige wat nog rest. Hier en daar ligt of zit er een deelnemer in het gras. We hebben er nog aardig de pas in en rapen nog wat mensen op. Al lopend trek ik enkele keren nog een extra laagje aan, want hoe hoger we komen hou kouder het wordt. Halverwege zien we dat we nog net voor 22.00, dus onder de 17 uur, kunnen finishen en proberen we de vlakkere stukken nog wat te rennen. Het begint al flink te schemeren als we in de verte de koeienbellen en het getoeter van de finish horen. Met een luidruchtige Italiaanse deelnemer vlak achter me ren ik nog een trap op en hobbel ik, met mijn supporters vlak achter me, 16 uur en 52 minuten na de startbel, tussen de vlaggen door die de finish van de Swissman signaleren.

Ik krijg na de finish een kop warme bouillon in mijn handen gedrukt en blik samen met mijn supporters terug: Het was echt een prachtige beleving in een prachtige omgeving. Maar ik realiseer me ook dat ik me nog relatief goed voel... dus... whats next?